Ze hadden de weg bereikt. De paarden volgden hem. Het pad werd breder en het leek alsof de kloof links van hen ondieper werd. Bomen bedekten het gedeeltelijk. Het pad verbreedde zich nog verder en vormde een soort platform, waar de muur als een soort vizier overheen leunde. En daar, in het gras, lag een lichaam. Hij lag languit op de grond, op zijn zij. Ze droeg een su?de rok met franjes, hoog boven de bruine...